Was het fruit en snijd in plakjes. Meng het fruit in een kom met 2 eetlepel suiker, vanille extract en citroensap en zet in de koelkast. Meng in een andere kom de 190 gr bloem, suiker en een snufje zout. Snijd de boter in blokjes en kneed vluchtig met koude handen door het meel. Voeg het ijskoude water toe en kneed tot een bal. Als het deeg goed koud blijft krijg je een knapperig resultaat. Wikkel de bal in plasticfolie en leg een uurtje in de koelkast.