Kerstkoekjes maken

Bereiding

1. Doe de basterdsuiker in een kom. Snijd de koude boter in stukjes en mix door de suiker. Mix ook de eidooier er door. Zeef de bloem erbij samen met de kaneel, gember en een snufje zout. Mix kort maar krachtig door elkaar tot een egaal deeg en wikkel deze in folie en leg ca. 30 minuten in de koelkast.

2. Verwarm de oven op 175 graden (boven onderwarmte). Neem het deeg uit de koelkast en kneed kort door en rol uit tot ca. 2 mm dikte. Steek met de vormpjes uit en leg ze op een bakplaat met bakpapier. Als deze vol ligt (de koekjes lopen niet uit) dan schuif je hem in de oven en bak je de koekjes ca. 12 minuten goudbruin. Laat ze daarna afkoelen.

3. Maak de icing. Meng het poedersuiker met de eetlepel van het eiwit met een garde. Je kunt hiervoor ook gepasteuriseerd eiwit voor kopen of gebruik eiwitpoeder als je geen rauw ei wil gebruiken. Of helemaal makkelijk, koop een kant en klaar mix voor royal icing. Voeg de eetlepel water toe aan het poedersuiker mengsel en klop met de garde glad. Het moet een stevig en wit mengsel worden. Is het nog iets te dun, voeg wat poedersuiker toe. Is de icing te dik dan een paar druppels water. Je kunt ook kleurstof toevoegen aan de icing.

4. Als de koekjes zijn afgekoeld kun je ze decoreren met de icing. Je hebt hier speciale pennen voor of hele kleine spuitmondjes. Maar je kunt ook de icing in een zakje doen en een heel klein puntje van de hoek van de zak knippen en hiermee de icing erop spuiten. Decoreer de koekjes eventueel verder naar eigen idee.

5. Laat de icing goed hard worden, dit duurt ca, 15 minuten. Bewaar de koekjes in een afgesloten trommel maximaal ca. 4 dagen dagen.

6. Tip: Maak een gaatje in het midden van het koekjes om er een lintje door te doen om in de kerstboom te hangen.