Kaneelbroodjes

Bereiding

1. Haal alvast de boter voor de vulling uit de koelkast zodat deze zacht kan worden.

   
   

2. Warm de melk een beetje op. Voeg er de gist bij en roer een paar keer door.

   
   

3. Smelt de boter en mix deze samen met de suiker, zout, vanillesuiker en het ei tot een romige massa.

   
   

4. Schenk de melk met gist erbij en mix kort.

   
   
   

5. Voeg de bloem erbij en kneed met je handen tot een soepel deeg. Bestuif een kom met een beetje bloem en doe de deegbal erin. Dek af met een schone vochtige theedoek. Zet de kom op een warm plek en laat het deeg ongeveer 45 min. rijzen. Mocht het niet lukken dan kun je de (ovenbestendige) kom ook in de oven zetten op 35° graden totdat het deeg verdubbeld is.

   
   

6. Bestuif een werkblad met bloem en rol de deegbal uit tot een rechthoek van 20 x 30 cm.

   
   
   

7. Bestrijk de bovenzijde met zachte boter.

   
   

8. Hak de pecannoten grof. Meng de rozijnen, basterdsuiker, kaneel en pecannoten door elkaar en verdeel over de laag boter. Rol het deeg vanuit de lange kant op en druk de naden zachtjes tegen elkaar.

   
   

9. Snijd de deegrol met een scherp mes in 8 stukken. Leg ze op hun kant in een ingevette ronde ovenschaal of springvorm. Leg er eentje in het midden en leg de andere deegrondjes eromheen, laat wel een paar cm afstand van elkaar.

   
   

10. Bedek met een vochtige theedoek en laat nog 30 minuten op een warme plek rijzen.

    
    

11. Verwarm ondertussen de oven voor op 200° graden.

    
    

12. Bak de broodjes in 25 minuten goudbruin.

    
    
    

13. Meng de poedersuiker met het water tot een glazuur

    
    

14. Haal de broodjes uit de oven en bestrijk met een beetje boter voor een mooie glans. Ze zijn het lekkerst als ze nog een beetje warm zijn. Druppel de glazuur over de broodjes.

    
    

15. Tip: om te bewaren kun je ze het beste afdekken met aluminiumfolie en de volgende dag en paar minuutjes opwarmen in de oven.