Panna cotta taart met aardbeien

Bereiding

1. Schraap het merg uit het vanillestokje en breng samen met 400 ml slagroom, suiker en het vanillestokje aan de kook. Laat 15 min zachtjes koken. Bestrijk de springvorm met een dun laagje olie en bekleed eventueel de bodem met bakpapier. Maak ondertussen de bodem. Verkruimel de koekjes en smelt de boter. Meng ze door elkaar en verdeel over de bodem van de springvorm. Druk ze aan met de bolle kant van een lepel zet in de koelkast.

   
   
   

2. Week de gelatine in een kommetje koud water. Verwijder het vanillestokje uit de room en roer de zachte gelatine erdoor. Laat de room afkoelen op kamertemperatuur en zet daarna een half uurtje in de koelkast totdat het mengsel begint op te stijven. Klop de rest van de slagroom stijf met een mixer. Roer de opgestijfde vanilleroom los met een garde en meng de opgeklopte slagroom erdoor. Schep het mengsel op de koekbodem.

   
   
   

3. Verwarm ongeveer 100 gram aardbeien in een pannetje met het water, citroensap en suiker. Pureer de aardbeien als ze zacht zijn met een vork of in een keukenmachine. Los de gelatine op in de warme aardbeienpuree, laat wat afkoelen en verdeel over de pannacotta taart. Maak met een mes of satéprikker figuren. Laat de taart minimaal 4 uur opstijven in de koelkast. Maak het daarna af met de rest van de verse aardbeien. Bestrooi eventueel met een beetje poedersuiker.