Zeeuwse bolussen

Bereiding

1. Meng de bloem, snuf zout en gist in een kom. Maak een kuil in het midden en giet de lauwe melk en het ei erin. Mix het deeg langzaam door elkaar.

2. Voeg de stukjes zachte boter toe en mix een minuut of 8 tot er een plakkerig deeg ontstaat. Dek de kom af met een schone vochtige theedoek en laat op een warme plek in het huis 1 uur rijzen.

3. Meng intussen op een grote plaat (bv bakplaat) de basterdsuiker en kaneel. Haal het gerezen deeg uit de kom en kneed een paar keer met je handen door elkaar. Gebruik wat bloem om plakken tegen te gaan.

4. Verdeel het deeg in 12 bolletjes. Neem een bolletje en rol dit met de platte binnenkant van handen uit tot een lange sliert deeg (ongeveer 35 cm). Bevochtig de sliert met een beetje water d.m.v. een kwastje. Rol daarna door de bak met suiker totdat alle zijdes goed bedekt zijn.

5. Draai de reep op en stop het uiteinde onder de rol en leg op een bakplaat met bakpapier. Als alle 12 de bolussen er op liggen dek je ze af met de iets vochtige theedoek. Laat nogmaals een half uur rijzen. Verwarm de oven ondertussen naar 230 graden.

6. Zet onderin de oven een ovenbestendig schaaltje met water, dit zorgt er voor dat de bolussen niet uitdrogen in de oven. Ze moeten aan de buitenzijde plakkerig zijn en van binnen zacht.

7. Bak de bolussen 10 min in de oven en laat daarna grotendeels afkoelen. Leg ze op een bord of schaal en dek af met huishoudfolie zodat ze niet uitdrogen.