Top 10 grootste fabels over afvallen
23 januari 2024
Jonathan Klaassen
Fabel 1: je moet diëten
Onjuist. De dieetindustrie wil weliswaar dat jij gelooft dat een dieet volgen de heilige graal is, echter – en misschien herken je dit – mislukt dit altijd. Je bent daarin overigens ook niet de enige; 95 procent van mensen die een dieet volgt slaagt niet en komt net zo hard (en soms meer) aan. Waarom dat is? Eigenlijk heel logisch, met een (crash)dieet pak je de oorzaak van jouw eetgedrag niet aan. Wil je succesvol afvallen dan moet je inzicht krijgen in ondermijnende gedachten en emoties en leren hoe je daar constructief op kunt reageren. Succesvol afvallen is een verandering in je hoofd; afvallen is een verandering in je manier van denken.Fabel 2: light is altijd de beste keuze
Ook deze fabel moet ik gelijk de kop indrukken; lightproducten zijn echt niet altijd de beste keuze, integendeel zelfs, er zijn vaak veel betere (vergelijkbare) keuzes te vinden in de supermarkt. Dat zit zo: de term light betekent dat het ‘verlaagd’ is, bijvoorbeeld door minder suiker, (verzadigd) vet, natrium (zout) of calorieën. De term is breed toepasbaar waardoor er veel voorbeelden zijn van producten waarbij het weliswaar 30 procent minder vet bevat, maar de fabrikant dat vervolgens opvult met suiker om smaak te geven. En wat zie je dan? Een product dat of een gelijke hoeveelheid calorieën bevat of zelfs meer. Wees nu niet gelijk bang, er zijn best lightproducten die je kunt gebruiken omdat ze op bepaald vlak gezonder zijn. Het lezen (en vergelijken) van etiketten is hierin dus relevant.Fabel 3: van eten na 20.00 uur word je dik
Jaren geleden – en nu nog steeds – werd gedacht dat je lichaam na 20:00 de calorieën eerder opslaat als vet. Met de huidige wetenschap weten we dat dit één groot fabeltje is. De hoeveelheid calorieën die je totaal op dag binnenkrijgt en de hoeveelheid die je verbruikt, daar gaat het om, ook wel de energiebalans genoemd. Eet je meer dan je verbrandt dan kom je aan, de natuurwetten van afvallen zijn wat dat betreft erg simpel. Als jij deze regel meer ziet als ‘kader’ waardoor je minder eet in de avond, dan heeft zo’n regel natuurlijk wél nut.Fabel 4: koolhydraten zijn dikmakers
Helemaal hartstikke onjuist. Koolhydraten zelf kunnen nooit dikmakers zijn, ook hier – net als bij fabel 3 – kom je aan als je meer calorieën binnenkrijgt dan je verbruikt. Bepaalde koolhydraten, laten we ze gezonde koolhydraten noemen, heb je juist heel erg nodig voor je energievoorziening. Ga je (extreem) koolhydraatarm eten dan kan dat nadelige gevolgen hebben op je gezondheid. Je lichaam gaat andere energiebronnen aanspreken zoals vet maar ook spiereiwit. Dit kan tot gevolg hebben dat je spiermassa aanzienlijk daalt waardoor je lichaam bijvoorbeeld kracht verliest. Daarbij kan een tekort aan goede koolhydraten leiden tot een tekort aan B-vitamines, mineralen en vezels én een negatief effect hebben op je stofwisseling en spijsvertering. Kortom: eet de juiste koolhydraten! Denk aan: volkorenbrood, pasta of graanproducten, haver, zilvervliesrijst, aardappels, volkoren couscous, peulvruchten en groente of fruit.Fabel 5: je valt elke week af (afvallen hoort snel te gaan)
Hoewel de dieetindustrie ons graag die ‘worst’ voorhangt komt dit meestal in de praktijk niet voor. Sommige weken ga je als een trein en val je veel af, terwijl je in andere weken stabiel blijft of zelfs een keer aankomt. Is jouw overtuiging dat je elke week 1 kilo moet kwijtraken dan ga je teleurgesteld raken. Realiseer je ook goed dat je niet in korte tijd bent aangekomen, ook dat ging geleidelijk. Wees respectvol voor je lichaam en zie het niet als wedstrijd. Zie het stap voor stap waarbij je altijd rekening houdt met schommelingen in gewicht. Zolang de algemene tendens is dat je afvalt, zal je uiteindelijk slagen. Wees geduldig en houd vol.Fabel 6: je mag nooit meer wat lekkers
Onzin. Uit onderzoek blijkt juist dat hoe strenger je bent – hoe meer restricties – hoe meer je uiteindelijk gaat eten of snoepen. Je MOET dus soms juist een lekkernij nemen, anders houd je het niet vol. Een goede methode die je daarvoor kunt gebruiken is de 80/20 methode. Je zorgt dat jouw voeding voor 80% bestaat uit voedingsmiddelen die veel voedingsstoffen bevat. De producten die in je huidige plan staan. Denk aan verse en onbewerkte producten zoals groente, fruit, ongezouten noten en zaden, volkorenbrood en graanproducten, aardappels, (vette) vis, olijfolie, avocado, peulvruchten, eieren en zuivel of zuivelvervangers. De overige 20% kun je vervolgens besteden aan producten die je wellicht als ‘fout’ zou bestempelen. Denk aan een wijntje, chocolade, een lekkere snack of iets anders waar je zin in hebt. Door de 80/20 regel kan je flexibel omgaan met voeding.Fabel 7: je moet calorieën tellen
Calorieën tellen kan helpen om inzicht te krijgen in de hoeveelheid calorieën die je binnenkrijgt, dat is gewoon waar. En bij afvallen is dat nou wel belangrijk; je moet minder energie binnenkrijgen dan je verbruikt. Door calorieën te tellen krijg je daar meer inzicht in. Maar… er ontbreekt wel veel belangrijke informatie via deze methode, namelijk: je weet niet of je gezond eet. Je weet niet of je aan het einde van de dag alle vitamines, mineralen en vezels hebt binnengekregen. Zo kan een maaltijd met veel groente bijvoorbeeld net zoveel calorieën bevatten als een maaltijd bij de snackbar. Prima om dit een periode te doen, maar wees je wel bewust van de beperking van deze methode. Het gaat niet alleen om calorieën.Fabel 8: check elke dag je gewicht op de weegschaal
Je moet altijd rekening houden met schommelingen in je gewicht. Zelfs als je heel gezond eet en structureel minder calorieën tot je neemt. Deze schommelingen zijn vaak een oorzaak van het vasthouden van vocht. Dit kan komen door het weer, je hebt wat meer zout of koolhydraten gegeten maar denk ook aan stress of hormonale verandering zoals menstruatie. Houd hierdoor rekening met een marge van 0,5 tot 2 kg. En hoewel gewicht ook niet altijd wat zegt – het gaat veel meer over spiermassa en vetmassa – is een mooie richtlijn 1 keer in de één of twee weken. En dan op een vast moment van de week én dag op dezelfde weegschaal en altijd op dezelfde plek.
Fabel 9: door te vasten raak je meer kilo’s kwijt
We vallen af wanneer we meer energie (calorieën) verbruiken dan we binnenkrijgen, ook wel een negatieve energiebalans genoemd. Het tijdstip daarvan is niet relevant. Doe je aan intermittent fasting – je eet op andere tijden – en is je calorie-inname gelijk aan voordat je begon, dan val je niks maar dan ook niks af. Anders gezegd: prima om op andere tijden te eten, alleen moet je jouw eetgedrag ook veranderen en daar vertelt deze methode niks over. Leer eerst wat gezond eten is en wat voor jou een goede hoeveelheid is op een dag. Als je dat lange tijd onder de knie hebt kan het echt geen kwaad intermittent fasting te doen. Het kan je lichaam en spijsvertering wel meer rust geven omdat deze niet heel de dag aan hoeft te staan. Het is alleen geen wondermiddel én je valt niet meer af.Fabel 10: liever 6 kleine maaltijden dan 3 grote per dag
Ook dit maakt fysiologisch gezien niet uit. Of jij afvalt of aankomt heeft helemaal niets te maken met het aantal maaltijden, het heeft wél te maken met de totale calorie-inname op de dag. Wel kan je hierin een persoonlijke voorkeur hebben omdat je bijvoorbeeld merkt dat het nemen van tussendoortjes – tussen de grote maaltijden door – jou helpt om uiteindelijk minder te snaaien en daardoor minder calorieën binnen te krijgen. Wat het beste werkt is iets wat je echt in de praktijk moet ervaren. Het één is niet beter dan het andere.
Wil je nou meer tips over voeding? Volg Jonathan Klaassen.
Wil je hulp bij afvallen? Klik hier.
Jonathan Klaassen
Jonathan Klaassen is online diëtist, afvalcoach en auteur. Hij coacht zijn cliënten online, zodat je op elk moment bij hem kunt aankloppen. Hij leert ze om gezonder te eten zonder dieet met als resultaat: gewichtsverlies, een betere gezondheid, meer energie en zelfvertrouwen! Klik hier voor meer informatie of klik hier om een gratis intakegesprek aan te vragen.
Vind je dit leuk?
22 stemmen